We vertrekken in de regen richting zee, maar eerst een kleine omweg via Colmenar. Een authentiek dorpje waar we vaker huisjes te koop zien staan. Of het aan de maandagochtend ligt of aan het bewolkte weer, maar het dorp bruist niet. Het oogt heel rustig en de straatjes zijn steil. Via de weg door Parque Natural Montes de Malaga rijden we richting de kust. Alweer een mooie weg, die zich tussen de bergen door slingert. Er ligt hier een cacheroute en bij elke stop hebben we een mooi uitzicht. Bij de laatste caches kijken we op Malaga, dat steeds dichterbij komt. Net als de troep. Hoe dichter bij de stad, hoe meer zooi: flessen, glas, blikjes, maar ook matrassen en bouwafval. Eigenlijk ongelooflijk als je weet dat hier veel meer afvalbakken staan dan in Nederland. Via de buitenwijken van Malaga en de snelweg rijden we naar Torre del Mar. Een van de vele plaatsen met Torre in de naam, dat wachttoren betekent, verwijzend naar de torens die vroeger de kust bewaakten. De camping ligt aan het strand. We draaien een wasje en brengen de avond door met hapjes, een boek en een korte wandeling. De cache vinden we niet, wel een Spanjaard met een politieke visie die hij ons in drie talen toelicht.
