Op naar Etretat. We lozen vuil en nemen schoon water in. Dan rijden we naar Etretat. Enorm toeristisch, maar wel een mooi dorp. We parkeren op de camperplek en lopen in een kwartiertje naar centre ville. Prachtige oude villa's verdwijnen zodra je dichter bij zee komt. Geld verdienen, vervangt schoonheid. Lelijke hoogbouw ontsiert de boulevard. Gelukkig kijk je aan de andere kant op de beroemde falaises. De krijtrotsen, die als een boog in zee staan en in iedere reisgids over Normandië. De één lijkt op een olifant, die met zijn slurf zeewater opslurpt. De ander is gewoon beroemd. We rijden verder over de D940 richting Le Tilleul, daar ligt een kleine cacheroute in het natuurgebied bij Cap d'Antifer. De parkeerplaats is afgeschermd met een balk van 2 meter, dus parkeren we er maar voor. Een enthousiast paard begroet ons luid hinnikend en galoppeert met een rotvaart door de wei. Imponerend. De route is leuk, mooi en leidt naar zee met, alweer, een prachtig uitzicht op de krijtrotsen. Dat verveelt nooit. De route vervolgt zich richting Honfleur en voert ons over de 2 km lange Pont de Normandy. Wat een bouwwerk en een geweldig uitzicht over de Seine, die hier in zee stroomt. In Honfleur installeren we ons op de enorme camperplek. We hebben uitzicht op de enorme brug en stroom. Kunnen we mooi wat batterijen opladen. Honfleur is druk, zelfs op een dinsdagmiddag in april. Een schattig dorp met prachtige huizen en een enorme houten kerk. Dit was een noodkerk, maar staat er na 500 jaar nog. Bijzonder. We zoeken een paar caches en zien zo het dorp. We sluiten de avond af bij restaurant Le Bouillon Normand. Verrukkelijk!
De houten kerktoren,