Langzaam worden we wakker in Honfleur. Als wij het ontbijt op hebben, komt de bakker op de camperplaats. Jammer dan. We rijden langs de kust via D513 naar Trouville en Deauville. De gratis camperplek is vol, dus parkeren we bij het station en lopen de markt op van Trouville. Een bonte verzameling van allerlei producten. Verse groente, kaas, worst, fruit, bedden en kleding. Wel grappig en heel druk. We krijgen het vermoeden dat het in Frankrijk vakantie is. Trouville en Deauville zijn eigenlijk zustersteden, slechts gescheiden door rivier de Touques. Deze badplaatsen behoren tot de chiquere van Frankrijk en dat is te zien aan de enorme villa`s, die pal op het strand liggen. We laten ons door een paar caches door de straatjes voeren en lopen langs het strand terug. De lunch is een enorme salade. Dan rijden we door naar Dives sur mer. De plaats waar Willem de Veroveraar vertrok voor zijn slag bij Hastings. De camperplek ligt aan de monding van de Dives. De campercats willen eruit en wandelen wat rond. Streep heeft sjans met een chique dame, een bejaarde en een aankomende visser. Als verwaande campercat negeert ze ze allemaal vakkundig. We fietsen naar Cabourg, een stadje dat in het midden van de 19e eeuw is gebouwd, omdat er zo`n mooi strand was. De stad is groen en ruim opgezet. Ook hier weer veel strandvilla`s, maar in tegenstelling tot Trouville is er hier een boulevard tussen de huizen en het zand. Het is druk op het strand. De mensen genieten hier van het mooie weer, toch 18 graden en heel zonnig. Onze wangen kleuren ook aardig bij. We fietsen een cacheroute door het stadje. Onze laatste uurtjes buiten brengen we door op een bankje bij de camper en de vismarkt. Uit de wind en in de zon blijven we tot na 8 uur buiten zitten. Dan eten we pasta in de camper.
Ons uitzicht in Honfleur waar zeker 50 campers op de enorme camperplek stonden. Toch waren er veel plaatsen met een leuk uitzicht.
Trouville.
De boulevard van Cabourg.