Wat een rust. We slapen als een blok. Dan is het douchen, ontbijten, lossen, laden en vertrekken. Om half 2 staan we op de camperplek van Donostia dat door de niet-Basken San Sebastian wordt genoemd. Een oude stad aan zee met een geweldig strand (la Concha), prachtige villa's in de heuvels erboven en een volle haven. Vanaf de camperplek is het een kilometer of 3 wandelen naar het oude centrum. We wandelen rond het schiereiland met uitzicht op de Atlantische oceaan. Dan duiken we de smalle straatjes van de oude stad in. Het schijnt dat hier de meeste kroegen per m² te wereld zijn. Nou, het zijn er veel. Je kunt hier echter nergens aan de bar hangen, want die staan vol met pinxos, Baskische tapa's. Gelukkig vindt John ook glutenvrije hapjes. Dat smaakt verrukkelijk! We vinden 2 caches en eindigen op het Plaza Konstituzio. Hier werden vroeger stierengevechten gehouden. Op de huizen zie je nog de nummers van de toeschouwersloges. Nu vangen jonge voetballers alleen nog maar ballen die soms rakelings langs de oude lampen of onoplettende toeristen scheren. Erg vermakelijk. Helaas is het ietwat koud terrasweer, maar wel droog. Tegen zevenen lopen we weer naar de katten. Onderweg kopen we verse aardbeien en een toetje. En chorizo! Morgen trekken we verder langs de kust. Vanaf maandag schijnt de zon. Zeggen ze....
De camperplek voor € 3,10 per nacht en politiecontrole.
Lekker!!!
Doet zijn naam hopelijk geen eer aan.
