Zondag is niet onze meest actieve dag. Zou het door het mooie weer komen? Het late tijdstip van het feestje? Misschien de wijntjes die bijzonder goed smaakten? We laten het maar in het midden. Aan het begin van de middag klimmen we op de fiets en rijden richting het veer over de Vecht. Dit is het enige veer in Nederland dat zo nog overgetrokken wordt. Een vrijwilligster trekt ons met houten klossen die ze roeiachtig bediend naar de overkant. Daar lossen we de multi op over het veer. We fietsen verder richting het graf van een jonge negerslaaf. Het bijbehorende verhaal is boeiend, hoewel het compleet onduidelijk blijft of het echt waar is. Een graf midden in het bos blijft interessant. Ook dit is een multi maar het volgende punt blijkt vlakbij de camping te liggen, dus zouden we weer met het veer overmoeten. Doen we later wel. Later blijkt echter dat beide caches midden in hoge brandnetels liggen en daar beginnen we niet aan met onze blote benen (en we hebben ook geen zin om met lange broeken aan terug te gaan). We schieten niet echt op met scoren, maar daar maken we ook weer mensen blij mee 😜. We vinden nog wel een paar oppikkers en dan trappen we weer naar de camping. Nog even luieren en dan koken (lees warm maken) we Chinees op de Cramer. Best smakelijk.
Op tweede pinksterdag worden we fit wakker en genieten van ontbijten in de zon. De buurkater sluipt weer om de camper, maar de buurvrouw jaagt hem nu weg met een waterpistool. Heel amusant. Zij en haar man leven het hele jaar in een tent, een Mongoolse yurt. Spannend!
We moeten voor twaalf uur van de camping zijn of extra bijbetalen. Lekker naar huis. Tussenstop op de Vijfhoek om de nieuwe Hummer aan Karel en Henny te showen. John ontdekt nog dat we onze stoelen kunnen opblazen met een pompje en Saskia een luik om makkelijk bij de watertank te komen. Wat zullen we volgende week ontdekken? Want als het mooi weer is willen we op pad.
Buiten monopolieën, voor het eerst!
