Klinkt niet echt lekker, Kutna Hora, maar what's in the name. Volgens de reisgidsen was deze plaats vroeger een geduchte concurrent van Praag. In deze tijd benadert het Praag niet eens, maar het is een mooie plaats met prachtige gebouwen. We vinden een camping net aan de rand van het dorp. Van daaruit is het een afdaling van enkele minuten voordat we op het plein met de pestzuil staan. Nog steeds geen idee waar die precies voor staat. John denkt bescherming tegen de pest en dat klinkt best logisch. Want als we na een heerlijke lunch doorfietsen naar Sedlec belanden we in een kerk met de botten van 40.000 mensen (!). De begraafplaats was vroeger bijzonder omdat een priester er bijzondere aarde had gestrooid, maar toen de pest uitbrak, kwam een enorm aanbod aan lijken. Om plaats te maken werden de botten gestapeld en een heel creatieve man maakte kandelaars en wandvesieringen van alle botten. De kroonluchter bestaat zelfs uit alle botten die het menselijk lichaam bevat. Bizar!
Op de terugweg fietsen we langs de Albert, de Tsjechische Albert Heijn, met zelf euroshopperproducten en bekende jampotjes (alleen nu zijn de etiketten onleesbaar). Terug in de camper beginnen we (eindelijk) aan de wijn die we in de buurt van Cesky Raj kochten: BAH! De wijn verdwijnt in het riool. Zo zuur! We hebben even sms-contact met Herman en Marja die door camperpech een aantal dagen aan Hannover gebonden zijn. De nieuwe planning is om elkaar maandagavond in Pilsen te treffen.