Gelukkig heeft het niet geregend in Grazalema. We hebben namelijk gelezen en gehoord dat dit de natste plek in Spanje is. Daar is nu weinig bij voor te stellen. We rijden vandaag richting Zahara, het noorden van het PN. Hier liggen een paar wandelroutes. Om de natuur te beschermen, laat de overheid maar een beperkt aantal mensen toe. Je moet dus een permido (toestemming) hebben om deze te mogen lopen. Gelukkig hebben wij die gehaald toen we in El Bosque waren. We kiezen voor de route Llanos de Rabel. Een route van ruim 12 kilometer en aan het einde ligt ook nog een cahce. Het pad waar we over lopen is vrij saai, een soort groot kiezelpad, waar we bijna met de camper hadden kunnen rijden. De uitzichten op de bergen zijn prachtig. Dat was onderweg ook al zo. Het ene vergezicht na het andere. Elke mirador (uitkijkpunt) bood weer nieuwe verrassingen. Vooral het stuk langs het stuwmeer van Zahara-El Gastor gaf het idee dat we door de tropen reden. Zo blauw was het water. In Zahara stoppen we voor de lunch. Zahara is een van de witte dorpen, waar Andalusië zo beroemd om is. Alle huizen zijn hier witgekalkt en elk jaar doen ze er voor de feestweek (Semana Santa) nog een extra laagje overheen. Zahara is echt prachtig. We eten in een klein Spaans cafeetje waar mannen hard en met veel gebaren en bewegingen met elkaar praten. Het klinkt bijna ruzieachtig, maar we weten inmiddels dat het heel gewoon is. Vol overtuiging. We besluiten door rijden richting Ronda. Hier vlakbij hebben Wilbert (broer van studievriendin Trea) en John een hotel. Prachtig gelegen op de berg boven Arriate. Wij mogen op de parkeerplaats camperen en ze helemaal uithoren over hun ervaringen om in Spanje te wonen en te werken. Het is een hele tour om er te komen. De weg er naartoe is niet verhard en vrij steil. Een beetje slippend komen we toch boven. We kletsen op hun terras met geweldig uitzicht. We krijgen een rondleiding door dit prachtige hotel met zes kamers.
Ze adviseren ons om in het El Muelle restaurant te gaan eten. Geweldig. Buiten op het terras, naast het station waar zelden een trein voorbij komt. Vooraf een salade met blauwe kaas en fruit uit de regio. Als hoofdgerecht allerlei stukjes gegrild Iberico-varken. Het is veel te veel en we krijgen van eigenaar Frank alles mee om morgen verder op te eten. Ook hij vertelt ons van alles over het leven hier. Hij woont hier al 16 jaar. Het is gezellig en laat als we de berg weer oplopen.