Onze laatste bestemming in de Auvergne deze vakantie is kuurdorp Vichy. Bekend van het bronwater. Via kronkelige D-weggetjes (201, 122, 995) rijden we er naartoe. Vandaag is er geen mist en het is prachtig weer. Mooie dalen met veel koeien, stieren en kalfjes, schattige dorpjes zonder levende ziel op straat en donkere bossen. Tegen het middaguur rijden we Vichy in. De camperplaats ligt in Bellerive, aan de andere kant van de Allier. De rivier waar we onze eerste nacht in de Auvergne ook op uitkeken. We lunchen bij de camper in de zon. Tegen drie uur fietsen we naar Vichy en lopen door de stad. De caches van de Allier-route lijken allemaal verdwenen, jammer. Gelukkig brengen andere caches en de wandelroute uit onze gids ons ook op mooie plekjes. Zoals de Hall des sources. Een art nouveaugebouw waar allemaal kraantjes met bronwater staan. De meeste alleen voor kuurgasten, behalve het water van de Célestin-bron, dat is voor iedereen. Het smaakt wat zoutig en schijnt goed te zijn tegen leverklachten. Hopelijk werkt ook dit preventief. Als we later bij de echte bron zijn, tappen we een flesje af. Voor onderweg. Ook de église Saint-Blase is bijzonder. Geen Romaanse bouwstijl, maar art-deco en binnen prachtige ramen. Vichy is mooi, maar ook wel vergane glorie. Kuren betekent hier vooral bekertjes water drinken uit de verschillende bronnen. Daar mag je ook alleen naar binnen op medisch voorschrift. Natuurlijk zijn er ook thermen met massages en bubbelbaden, maar met dit mooie weer slaan we die over. We vinden niet alle caches die we zoeken. Voor het eerst deze vakantie. Het ontwennen, begint nu al. Gelukkig kunnen we ons bezoek aan de Auvergne wel afsluiten met een traditionele maaltijd: aligot. Deze keer vergezeld van een enorme entrecôte.
Bij het park Napoléon III staan diverse chalets die voor hem en zijn gevolg zijn gebouwd.
Dit is de echte Célestin-bron.
De église Saint-Blaise, ook we Notre- Dame-des-Malades genoemd.
Wandelen langs de Allier.
Een cache onder de 'huilende beuk', of hêtre pleureur. Wij kenden de treurbeuk niet, maar wat een mooie boom. We zagen deze imposante bomen al eerder tijdens wandelingen, maar toen stond er geen bordje bij.
De aligot gaan we thuis proberen te maken. Dat is zo lekker!