Ook vanmorgen doen we rustig aan. Daarna hebben we de N260 gevolgd richting Pont de Suert. Het laatste deel van deze weg voerde door een smalle kloof. De weg was hier ook een stuk smaller, maar erg mooi. In Pont de Suert stoppen we voor koffie. Het eten ziet er hier echter zo goed uit, dat we er een vroege lunch aan vastplakken. Na het eten rijden we verder naar Caldes de Boi. De entree voor het enige nationale park in Catalonië, d`Aigūes Tortes. Bij de eerste parking staat een bord, dat hier alleen voertuigen smaller dan twee meter in mogen. Ach, dat kan wel vinden wij. Helaas, 500 meter later worden we teruggestuurd door een vriendelijke ranger. Dat wordt lopend naar boven. De enorme stuwdam bij het stuwmeer Estany de Cavallera, is ruim 4,5 kilometer lopen en het beginpunt van andere routes. Vandaag ongeveer ons eindpunt. De route is steil, vol bloemen, water en halfwilde paarden. We bereiken de enorm hoge dam, deels via smalle ijzeren trapjes. Vanaf de dam is het uitzicht ver en prachtig. De voorspelde wolken komen eraan. Hopelijk houden we het droog. Achter de dam klauteren we nog een kilometer verder langs het stuwmeer om een cache te vinden. Gelukkig lukt dat. We lopen terug via de weg, lekker ontspannen over asfalt naar beneden. Weer bij de camper hebben we bijna 15 kilometer gelopen. We rijden nog een klein stukje terug en slaan af naar Taüll. Een chique wintersportdorp met twee opvallende Romaanse kerken en en prettige parkeerplaats om te overnachten. We grillen entrecotes, die we combineren met een haricoverts-salades. Ons huiswijntje van vorig jaar, Los Molinos, staat koel!
Calamares en pulpo, lekker!
Onderaan de dam.
De laatste sneeuw.
Mooie bloemen.
Busladingen vol komen om de diverse Romaanse kerkjes in deze omgeving te bezoeken. Deze dateert uit 1123 en is één van de meest bijzondere door de hoge klokkentoren.