Heerlijk uitslapen, rustig ontbijten, water bijvullen en lozen en dan op pad naar Ainsa. We volgen de N260 weer. Nu richting Campo en even later door de kloof van de Foradada. Misschien wel de meest indrukwekkende weg om te rijden, tot nu toe. Een smalle, diepe kloof, gevormd door een pittig stromende rivier. Af en toe is het passen en meten met een tegenligger, maar wat een natuurschoon hier. Aan het begin van de middag komen we in Ainsa aan. Een middeleeuws stadje met een oud en nieuw deel, gelegen op het punt waar de rivieren Cinca en Ara samenkomen. De camperplek ligt hoog, vlak bij het oude deel, is gratis en kijkt uit over de achterliggende hoge pieken van de Pyreneeën. We installeren ons en lopen (met paraplu, want er zijn hier veel donkere wolken), naar het oude centrum. Op een ommuurde binnenplaats is een aantal musea gevestigd. Wij kiezen voor de eco-versie, waar ons van alles uitgelegd wordt over de roofvogels, die in deze regio voorkomen. Ze hebben ook een buitengedeelte, waar ze een aantal geblesseerde vogels opvangen. Nu zitten er `eagle-owl`, de grootste uilensoort, een adelaar, die vooral op slangen jaagt en een paar buizerds. Wel een beetje sneu om deze vogels hier te zien, maar ze kunnen door hun handicaps (gebroken vleugels, missend oog) niet meer in het wild overleven. We lopen verder naar Plaza Mayor. Een groot plein omringd door zuilen en waar vooral horeca zit. We kiezen een menu met merluza, geserveerd door een Duits sprekende vrouw met één tand. Vooraf heeft John meloen met ham en Saskia broodkruim met knoflook en spek. Iets lokaals en best smakelijk. De merluza (heek) smaakt prima, maar had iets groter mogen zijn. Als toetje geniet Saskia nu van de heerlijke meloen en John van een chemisch aardbeienyoghurtje. Tijdens de lunch zweeft een wouw boven de stad, in het Spaans een milano.
Ainsa is prachtig, smalle straatjes, die perfect gerestaureerd zijn. Het mist echter levendigheid en is te perfect. Wij gaan op zoek naar een cache, die een kilometer verderop ligt bij een historisch, kerkelijk monument. Een grote stenen tafel in een kooi. Helaas vinden we nergens een uitleg. Het blijft droog, dus gaan we ook op zoek naar een tweede cache, die een kilometer buiten het beneden-dorp ligt. We volgen een wandelroute, die ons buiten Ainsa omleidt. Ook deze cache vinden we. Onderweg zien we veel roofvogels: gieren, weer een wouw en een valk. Mooi! In het nieuwe deel doen we boodschappen en we klimmen weer naar boven. Toch weer 15 kilometer afgelegd vandaag, we raken getraind. Als we net binnen zijn, begint het enorm te regenen. In plaats van tapas op het plein, maken we onze eigen tapas: chips, olijven, aardappelsalade met knoflook, droge worst, eiersalade, kaas en nog meer. Heel smakelijk.
De slangen-adelaar.
Plaza Mayor.
