woensdag 12 september 2012

Dag 13 Beuil

Na een lekker ontbijt en een goede douche rijden we via Jausiers de Col de la Bonette op. De hoogste bergweg in Europa. Leuk toch met de camper? En lang, want de weg kronkelt en stijgt ruim 24 kilometer door het steeds kaler en ruiger ogende landschap. De bebouwing die we zien, is vervallen. Wel zien we weer veel fietsers en motorrijders. Met beiden willen we niet ruilen, want hoe hoger we komen hoe guurder het wordt. Onderweg zien we prachtige bergmeren en kuddes schapen die en masse de weg oversteken. Boven op de top komt de regen met bakken uit de lucht en stormt het (wat nu zomervakantie)! Onze beschermhoes van de fietsen wappert gevaarlijk. Als Saskia deze redt, wordt ze gelijk gescrubt door zand. De zijkant van de camper is nu zwart gespikkeld. Van een mooi uitzicht is geen sprake (mist) en we laten ook de cache voor wat hij is. Zijn we eindelijk in het hart van parc Mercantour, zien we niets! Ons wacht een rit van ruim 20 kilometer naar beneden. Gelukkig wordt het zicht beter en de regen minder. De campercats zijn door hun nieuwe hoogtepunt (2802 meter) heen geslapen. Dan zien we een soort spookstad. Camp des Fourches. Nog geen idee wat het was, maar hieronder komt een foto van het infobord. Spooky is het hier wel, ook door de koude, gierende wind. Uiteindelijk komen we in St. Etienne de Tinee. Een klein dorp waar we heerlijk lunchen. Steak tartare voor John en een enorme pizza voor Saskia. Na de lunch vervolgen we de D2205 en daarna de D30 richting Roubion. De rotsen veranderen van grijs, in bruinig tot echt roze en auberginekleurig. Heel apart. De weg is heel smal en de afgrond echt diep, maar wat is het hier mooi. Helaas kunnen we nergens stoppen om dit vast te leggen. Roubion is een oud stadje tegen de rots aan gebouwd. Hier willen we overnachten, maar helaas is het weggetje omhoog te smal. We belanden in Beuil op de (te dure) camping. Wel heel netjes. We wandelen nog wat door het dorp dat oud is, maar heel erg vernieuwd. Niet altijd geslaagd. De smalle steegjes, oude luiken en klimmende straatjes maken het wel echt Frans. Het kerkje is schattig. We loggen een cache en wandelen terug om in de camper een variatie op witte bonen in tomatensaus te eten. Smaakt prima met een roseetje. Morgen gaan we naar gorges de Cians, schijnt geweldig mooi te zijn.

Roubion, helaas onbereikbaar!