Tegen half 2 rijden we Yerseke binnen en met lege magen ploffen we op een terras. John bestelt een omelet met garnalen en zalm en Saskia Zeeuwse vissoep. Beide gerechten zijn goed gevuld en heel smakelijk. Daarna melden we ons op de parkeerplaats van Prins en Dingemans, de mosselfabriek. Om half vier komt de gids. Een dame van Yerseke met een mooie Vlaamse tongval. Ze vertelt ons alles over mosselen en oesters, waar ze leven, hoe ze zich voortplanten maar ook hoe het in zijn werk gaat in de fabriek. Daar komt nog best wat handwerk bij kijken. Zo volgt na alle machinale schoonmaak en sortering nog een visuele controle (heel opvallend door allemaal Aziatische dames). Dan mogen de mosselen naar de verpakkingslijn. Dozen van 1 kilo tot zakken van 15 kilo die met de hand (!) worden dichtgenaaid met een grote naald en draad. Mooi om te zien. Dan fietsen we naar de oesterputten. Nu bijna leeg in december overvol. Ladingen oesters komen voorbij in steekwagentjes en manden. Behendig maken Aziatische mannen (!) ze open en laten ons proeven. Een verse creuse. Niet zo chique als de Zeeuwse platte oester maar wel lekker. Echt lekker. De oester vormt een soort laagje in je mond waardoor de nasmaak lang blijft. Later fietsen we samen met Herman en Marja terug voor nog een paar oesters met een witte wijn. Advies van de gids!
's Avonds eten we mosselen op de parkeerplaats. Deze mosselen zijn 's ochtends uit de Oosterschelde gevist. Zo vers. Echt verrukkelijk en ook gezellig! Met iets te veel wijn op rollen er ons bed in.
