Na een snel ontbijt vertrekken we richting het zuiden van Rügen, wel 20 kilometer verder. De campings zijn hier dungezaaid en we kunnen kiezen uit een parkeerplaats zonder voorzieningen aan een drukke weg of een vreselijke familiecamping met animatie. Die laatste wordt het. We belanden achter de speeltuin want daar hebben we avondzon. Dan maar op pad richting Sellin, het kleine zusjes van Binz. De kitcherige pier is toch mooi.
Met dit stralende weer is alles mooi. Ook Sellin barst van de prachtigste villa's waar we best zouden kunnen wonen. Verder is het een toeristisch dorp met veel charme en hobbelstraatjes.
We laten ons weer door caches leiden en vinden weer prachtige paden in het bos met uitzicht op zee. Hochuferpad en levensgevaarlijk lezen we op de toegangsborden. John logt ook een hooggelegen cache.
Overal waar we wandelen of fietsen horen we Rasende Roland.
De beroemde stoomtrein die van Putbus naar Göhren tuft. Toeoet toet. RR komt ook langs de camping en als katten een trein konden laten ontsporen dan was dit gebeurd.
Na Sellin fietsen we om de Selliner See en laten ons met de kleine roeiveerboot overzetten. Geweldig. In tien minuten zien we de man drie keer overroeien en dan tilt hij nog fietsen van en aan boord ook. Daar kan die veerman in Jonen nog wat van leren (zie weblog Giethoorn).
Terug op de camping grillen we onze ribeye op de Cramer. Salade erbij en smullen maar weer.




